Eikenprocessierups

Dossier | FAUNA & FLORA

In de maanden mei, juni en juli kan men op eiken behaarde rupsen aantreffen. Deze rupsen gaan ’s nachts groepsgewijs -in processie- op zoek naar voedsel {eikenbladeren}, vandaar de naam eikenprocessierups. Raak deze dieren niet aan, de haren veroorzaken flink jeuk die wel tot twee weken kan aanhouden!

In optocht {processie}, op zoek naar voedsel

De eikenprocessierups

De eikenprocessierups is sinds een jaar of vijfentwintig in ons land. Door het warmer wordende klimaat schuift zijn leefgebied op naar het noorden. Deze rups leeft vooral op eikenbomen. Voornamelijk in vrijstaande bomen zoals in lanen, bosranden, in houtwallen en solitaire bomen. In bossen komt de processierups minder voor.

 

De eikenprocessievlinder legt haar eitjes in de nazomer en begin van de herfst. In het voorjaar komen deze uit. De rupsen eten van de eikenboom en vervellen vijf keer. Vanaf de derde vervelling krijgt de rups brandharen die naarmate ze ouder wordt talrijker zijn. Dat is in de periode van mei tot en met juli; in die periode zijn de eikenprocessierupsen hinderlijk. Daarna verpoppen ze tot vlinder en doen ze geen kwaad meer.

Nest

Mogelijk klachten
Na contact met brandharen van de eikenprocessierups ontstaan mogelijk klachten zoals jeuk, huiduitslag, irritatie van ogen of luchtwegen. De mate waarin verschilt sterk per persoon; de klachten verdwijnen vanzelf binnen twee weken. Ook {huis}dieren kunnen klachten krijgen, vooral als zij via hun bek grote hoeveelheden brandharen hebben binnen gekregen.

 

Wat kunt u doen om hinder van de rupsen te voorkomen?

  • Kijk in de omgeving van eiken goed uit of er processierupsen in de bomen zitten; zoek dan een andere plek.
  • Zorg in een omgeving met de rupsen voor goede bedekking van hals, armen en benen; ga niet op de grond zitten.
  • Vermijd contact met de rupsen, met de nesten en spinsels.
  • Wees alert op de brandharen; deze kunnen nog geruime tijd {6-8 jaar} voor hinder zorgen.

Ontpopt als vlinder

Wat kunt u preventief tegen de rupsen doen? 

  • De eikenprocessierups heeft vrij spel omdat de balans in de natuur is verstoord; er zijn niet genoeg natuurlijke vijanden. Voor herstel van de balans is het raadzaam om in eigen tuin en straat biodiversiteitsverbeteringen aan te brengen. Bijvoorbeeld door het inzaaien van bloemenmengsels en aanbieden van nestgelegenheid voor vogels. Veel sluipwespen, sluipvliegen en gaasvliegen komen graag af op schermbloemige planten. Voor de natuurlijke vijanden die vroeg in het jaar actief zijn, wordt vroege bloembollen aanbevolen.
  • U kunt professionele bedrijven inhuren die in het voorjaar aaltjes in de bomen blazen die de jonge rupsen opeten voordat ze schadelijk worden. Ook dit vermindert het aantal vlinders en eitjes voor het volgende jaar. Wel is het zo dat de aaltjes ook andere soorten rupsen eten, wat de natuurlijke balans verstoord.
  • Tot slot kunt u de rupsen door gespecialiseerde bedrijven laten verwijderen. Doe dat niet zelf! Het is specialistisch werk met speciale gereedschappen.

Wat doet Twickel?
Twickel is – net als bij overlast van teken, muggen en wespen – niet verantwoordelijk voor de gevolgen van de processierups. Zij kan onmogelijk alle voorkomende haarden bestrijden. De Stichting Twickel neemt alleen preventieve maatregelen op plaatsen waar zij vele gasten op het landgoed uitnodigt. Vooral bij openbare parkeerplaatsen. Daarnaast investeert de stichting jaarlijks veel in het nog biodiverser maken van het landschap,  zodat de balans in de natuur wordt hersteld.

 

Het nemen van maatregelen doen wij niet op terreinen van anderen en bij erven op onze landgoederen. Bewoners kunnen als ze dat willen een van de bovengenoemde maatregelen nemen. Er zijn bedrijven die u daarbij kunnen helpen, zoals de firma’s Vossebeld Cultuurtechniek uit Oldenzaal, telefoon +31 541 51 51 88 | Pro6ierups-Bestrijding uit Hengelo, telefoon +31 6 11 10 00 13 / +31 88 434 30 00 | Nationale Bomenbank Zuidoost-Nederland BV uit Mill, telefoon +31 485 45 55 57 | Ebola BV uit Voorst, A. Schoorlemmer, telefoon +31 6 50 68 35 01.

Meer weten?
Voor informatie over gezondheidseffecten, bestrijding, aanpak van de overlast kunt u contact opnemen met diverse instanties. Zoals de GGD en/of uw gemeente. Of raadpleeg de websites van: